Ik ben niet commercieel. Dat is wat ik altijd zeg. ‘Ja maar,’ werpt een slimmerik dan tegen, ‘als je commercieel bent, dan denk je mee in het belang van de klant.’
Oja, dat doe ik natuurlijk wel. Voor mijn klant ren ik, ga ik door het vuur. Ik houd van mijn klant. Haar belang staat voorop. Toch heeft dat woord een vervelende bijklank. Ik vind het lastig om geld te vragen voor mijn diensten. Ik geef liever alles weg, zeg ik dan, denkend aan moeder Theresa en tegelijkertijd aan mijn hypotheek die betaald moet worden en de hongerige monden van mijn 3 bloedjes van kinderen.
‘Geld is energie,’ zegt mijn business coach. ‘Als je er zo naar kijkt, is het een stroom van energie. Als jij geld ontvangt voor je mooie diensten, dan kun jij er weer andere mooie initiatieven mee ontplooien.’
Een slimme vriendin vroeg mij in dit kader ook:
‘Wat ontzeg jij je klanten als ze jouw diensten niet afnemen?’
‘Dan schrijven ze niet met hetzelfde gemak als ze zouden willen. En hun teksten missen slagkracht,’ antwoordde ik.
‘Precies!’ kaatste ze terug. ‘Jouw klant heeft een gigantisch probleem. En jij lost dat op.’
Tja. De spijker op zijn kop.
Ik heb de lessen over verkopen nog maar eens op een rijtje gezet. Je hebt er vast ook iets aan:
Ik hoor je, ik zie je, ik begrijp je. Ik los je problemen op. Bestel maar. En dan nu: betalen, pannenkoek!
"Het leuke van het vak schrijven is dat je het nooit leert."
Simon Carmiggelt